Het leed dat camping heet

vlinder“Nee- hee. Het zijn juist de kleine stokken die we moeten hebben! Niet die gele met plakband!”, schreeuwt een man naar zijn vrouw. Het stel is zojuist op de camping gearriveerd en probeert zwetend en doodmoe na een lange reis hun tent op te zetten, tegenover de plaats waar ik sta. Ze staan op een verhoging, aan de overkant van een prachtig meer. Hun auto staat met de neus richting het meer geparkeerd, en ik vrees met grote vrees dat het ding elk moment het water in zal gaan rollen. Ik zag ze een half uur geleden al lopen met een veldkaart in de hand, wijzend naar de plek waar ze nu hun spullen op het gras tentoonstellen. Zij, breeduit met haar armen zwaaiend, haar man proberend te overtuigen dat de hun tent er echt wel kan staan. Hij, met grote stappen metend of de auto er dan nog naast past. Ik had ergens nog stille hoop dat ze de plek niet zouden gaan nemen, want het is hier nu zo zalig rustig. Ik doe nog een schietgebedje en op het moment dat ik zacht in mezelf zeg: ‘Loop door, kilometers veld, asjeblieft niet hier’, kruipen er twee ruziënde kinderen uit de in de richting van het water geparkeerd staande auto. Het zijn een jongetje en een meisje. Ik schat zo rond de zes en acht jaar oud. Het jongetje stompt zijn zusje bij het uitrollen op haar rug, schreeuwend rent ze op haar moeder af. De moeder smijt een tweetal tentstokken richting de vader, daarbij rolt een koelbox om. Blikjes fris rollen richting het meer. Het ventje van zes bedenkt zich niet en trapt een van de blikjes met een knal het meer in, dat vol met vissen zit. “GOAL!”, roept hij over de perfect stille camping.

Mijn vermoeden is, dat de moeder een balletlerares is. Het valt me op dat ze rek- en strekoefeningen doet als een volleerd balletdanseres uit ‘Het Zwanenmeer’. Haar armen strekt ze hoog in de lucht uit, terwijl ze haar linkerbeen tegen de knie van haar andere been zet. Zo blijft ze tijdens het tent opzetten zeker vijf keer staan. Bij het strekken buigt ze haar lichaam dan horizontaal naar voren. Haar man en kinderen kijken van haar ‘oefeningen’ niet eens meer op. ‘Zal ze dit ook tijdens het koken doen?’ vraag ik me af. De man, een kalende veertiger met vreselijke korte broek en dito sandalen, rent als een bezetene om het grondzijl heen alsof de tent binnen nu en dertig minuten moet staan. Met luifel. Het is een wedstrijd geworden na misschien wel 15 uur rijden. Moeder begint alvast aan het tentje van de kinderen, en haalt daarbij speelgoed en andere onverklaarbare rommel uit de koffer op het dak van de auto. Vier Slaapzakken donderen daarbij over de grond. Het ventje van zes kruipt in de zinderende hitte in een van de slaapzakken. Zijn zusje duikt schreeuwend bovenop hem en slaat hem op zijn hoofd. Beide kinderen krijsen. Vader en moeder praten inmiddels niet meer met elkaar, maar smijten tentdoeken richting elkaar, bij wijze van voorspel voor de komende nacht, vul ik in. “Ja, JIJ bent lekker!”, schreeuwt moeder ineens naar haar man. “Je flikkert hier een tentdoek neer, dat helemaal niet past! Dat hoort juist over het grote skelet! En trouwens, die ene stok, daar mist het voetje van. Weet je dat ook maar vast”, snauwt ze. Vaders schouders zakken een centimeter of tien.

“Ik moet plassen en poepen! Heel erg!” gilt het ventje ineens. “Ga jij even met ‘m?”, zegt moeder kalm, in een poging de aanstaande echtscheiding te beperken. “Ja, halloooo”, zegt de sandalenman, “Ik ben hier ontzettend druk even. Is het héél erg als jij even met ‘m gaat? Jeetje, Is toch niet zo moeilijk?” Ik stel mij liggend in de hangmat de bevalling voor van hun kinderen. Vader naast het bed, het zweet op zijn hoofd. Bezorgd en vol begrip, hij lijdt want zij lijdt. Respectvoller dan dit moment, het geboren worden van een van hun kinderen, gaat het tussen hun niet worden. Eens waren ze lief en zorgzaam voor elkaar. Ik merk dat ik slecht tegen zijn gesnauw en gegrauw kan. Ik vraag me af hoe het toch in Godsnaam mogelijk is dat een lieve man, een respectloze, klotenhusband wordt. Ik kijk naar haar en voel bijna dat zij dit ook denkt. Ze doet maar weer een paar strekoefeningen die mij alleen bij het kijken ernaar al spierpijn bezorgen. Ze duikt een half opstaande tent in en komt tevoorschijn in een andere korte broek. Dit ritueel herhaalt zich de komende drie kwartier vier keer. Roze, blauw, bloemetje en spijker en nee, toch maar de roze. Haar onzekerheid en zijn onverschilligheid uiten zich bij haar in voor hem onverklaarbare boosheid. De kinderen schreeuwen ondertussen de longen uit hun lijf en gooien keien in het zo kalme meertje. Mijn Amsterdamse buurvrouw loopt met haar Border Collie langs de plek waar ik sta. “Wat is dát toch in hemelsnaam?”, zegt ze tegen mij. Ze knikt naar de verhoging aan de andere kant van het meer en trekt een wenkbrauw op. “Drama en Chaos”, zeg ik. Ik bied haar een roseetje aan. In plat Amsterdams zegt ze: “Nou, ik lust wel een borrel, want ik ben van dat gejank van die koters nu al zwaar overspannen.”

Het naar aandacht snakkende ventje heeft inmiddels in de bossen nabij het meer geplast, want niemand luistert. Ik had hem graag even naar het toilet verderop geholpen, maar gezien vaders humeur en geschreeuw, laat ik mijn bemoeienis. Moeder ziet dat haar zoon zijn broekje optrekt en schreeuwt naar haar spullen rondgooiende man: “Zie je nou?” Hij kijkt naar haar maar ziet haar niet meer. Misschien al jaren niet. Op het moment dat mijn buurvrouw aan haar rosé nipt, en ‘an passant’ noemt dat haar hond zijn plas op nettere plaatsen doet, neemt vader zijn zoon van zes grondig onder handen. Hij trekt hem aan zijn armpje en sleurt hem woest lopend het pad af richting de toiletten. Over het bruggetje. Gillend en schreeuwend laat het ventje zich meeslepen terwijl hij kans ziet een aantal stenen in het meer vol met vissen te gooien. De grote, op Koi- karpers lijkende vissen, springen van schrik bijna uit het water. “Wij gaan heel erg lang praten, vriendje!”, zegt vader tegen de in de bosplassende zoon. Moeder slaat na hun vertrek de haringen in de grond en binnen no –time staat de luifel. Strak en stijf. Ze aait haar dochter over haar hoofdje en geeft haar iets te drinken. Vervolgens doet ze een strekoefening. Moeder, blijkbaar gekalmeerd sinds het vertrek van haar kalende dikkerd en schreeuwende zoontje, floreert zonder haar humeurige man in de buurt. Ze zingt duidelijk opgelucht een liedje. Ze trekt de wereldontvanger uit het dasboardkastje van de auto. Een Franse chanson van Johnny Halliday galmt over de ooit zo rustige camping. “Haar broek is leuk, maar ze heeft géén smaak wat muziek betreft”, zegt mijn buurvrouw cynisch. Ze geeft me haar glas en knikt ernaar. Ik schenk nog eens in. Dit schouwspel dien je met een glas te nuttigen, denk ik. We zijn er nu toch.

Tafels en stoelen komen uit de kleine auto tevoorschijn. Moeders krijgt er lol in. Ze steekt een sigaret op en inhaleert. “Vind je het niet zalig hier?”, zegt ze tegen haar met graspollen spelende dochter. “Weet ik nog niet”, is het droge antwoord. “Komt papa ook zo terug?”, vraagt het meisje. “Jazeker”, zegt moeder. “Maar dat zijn wij al gedoucht en liggen we in het zwembad.” Ze lacht daarbij en zwaait naar mij, haar overbuur. “Poe, warm. Maar nog even en ik hang ook, hoor, net als jij!”, lacht ze me toe. Haar energie raakt me. Beter af zonder die kerel. Handdoeken en een tas met badkleding komen uit diverse tenten vandaan. Een plastic grasje dient als vloerbedekking. Ze klapt luid zingend twee stoelen tegelijk uit en flanst een tafel in elkaar waarop ze kaarsen voor de tandende romantiek en tegen de muggen plaatst. Ik zie haar kijken naar die kaarsen. Kleine ballonnetjes met verlichting hangt ze op. Beetje voor de sfeer, maar met name voor de kinderen. Ze klapt in haar handen van blijdschap omdat alles zo feestelijk lijkt. Ze bindt met scheepstouw een hangmat tussen twee bomen, waar ze ook een waslijntje creëert. Opeens hoor ik geluid vanachter de brug. De sandalenvader. Met zoon. Zoon, inmiddels gekalmeerd, vader nog steeds boos. “Als dat maar goed gaat”, zegt mijn Border Collie buurvrouw na haar inmiddels derde glas rosé. De balletmoeder strekt zich uit op het moment dat ze haar man -in zijn korte beige broek met blote buik en harige kuiten- ziet naderen. “Kijk eens?”, zegt ze gemaakt blij, in de hoop dat ze voor hem een echte verrassing heeft, nu al hun kampeerspullen staan. Ze wijst daarbij balletterig naar hun kamp. Hij strompelt op weg naar hun tenten nog even over een kei. Het zweet gutst hem van zijn hoofd. Ooit lagen ze in dit soort tenten met zijn tweeën. Nachtenlang sliepen ze niet, dat deden ze overdag wel bij het zwembad. Zelfs douches waren niet veilig voor hun lawaaiige liefdesspel. Hij herinnert zich een camping aan de Moezel waar ze zelfs een waarschuwing kregen voor hun lawaai, omdat campinggasten hadden geklaagd bij de eigenaar. Na hun vertrek hadden ze eerst hun brommer op een parkeerplaats gezet, en waren ze daar achter bomen gaan liggen. Hun liefde was nooit genoeg, nooit teveel. Hij kijkt naar haar korte broek- wissel. Hij heeft er duidelijk drie gemist. Het maakt hem niets meer uit, die broeken van zijn vrouw. Zover is het al gekomen. “Hm. Tja. En waar is dan het zijl voor de tent van de kinderen? En de koeltas. Die stond toch op al onze kampeerplaatsen vóór de tent? En waarom is dat nu dan niet zo? Ik kan gewoon goddorie helemaal overnieuw beginnen zeg, hier!”, schreeuwt hij. Moeder knikt en zegt haar kinderen alvast naar voren te gaan. Hand in hand lopen broertje en zusje het pad af naar beneden. In de ene hand een zwemband, in de ander hand een bal. “Kom maar”, zegt het meisje tegen haar jongere broertje. Ze stompen elkaar nu niet. Moeder kijkt haar kinderen na. Net zo lang tot ze uit het zicht zijn.

 

 

En dan gebeurt wat al een tijdje staat te gebeuren. Moeder stapt met haar ranke balletlichaam op haar minstens een kop grotere man af. Giftig van woede roept ze woorden die het water van het meer niet eens raken. “Ik vind jou een ontzettende lul”, zegt ze. “En dat is niet het enige”, vervolgt ze. “Ik ga jou een mededeling doen zonder een discussie te starten en de mededeling is de volgende. Ik ga van je af NA deze vakantie en eerlijk? Ik verheug me ontzettend!” Buuf kijkt me aan, en zegt daarbij op een spannende manier: “Foute boe- hoel.”

De binnenkort gescheiden moeder vervolgt haar betoog. “Ik ben je sinds kerst 2013 al meer dan zat, de rit hierheen was een ware hel met jou naast mij en ik moet er niet aan dénken dat je me ooit nog met één vinger aanraakt, want ik gruw al jaren van je.” Ze grist haar badpak van de lijn en duikt een tent in om een handdoek te halen. “Oh, ja”, gaat ze verder, ”Ik heb een extra luchtbed in de tent van de kinderen gelegd want daar slaap ik namelijk. Niet meer naast jou.”

“Lieverd, pop. Kom op meisje. Doe dit niet”, zegt hij lamgeslagen. “Precies”, zegt ze, “Nu nog niet, maar over twee weken weet je zeker dat ik het meen. Tip? Houd de post in de gaten.” Ze draait zich om.

Hij graait een blikje fris van het gras en gaat zitten. Zij loopt sierlijk richting haar kinderen. “Ik ga even met de hond lopen”, zegt mijn buurvrouw. “Ik ben bijna aangeschoten van die zure rosé van je, en ik MOET dit kwijt aan mijn nu snurkende man.”

Aan het einde van de middag beloof ik mezelf wat verkoeling en ga mijn zoons achterna die in het zwembad met een bal gooien naar interessante meisjes van 16 jaar. De meeste ligbedden zijn ‘bezet’ met handdoeken. Ik gooi die van mij bij een van mijn zoons. In de verte hoor ik een vrouw lachen. Het is de balletmoeder met haar twee kinderen. Ze hebben dikke lol. Op het moment dat ik langs haar loop om me bij een trapje het bad in te laten glijden, groet ze me vrolijk. In tegensteling tot haar ervaringen op het toneel –dit is een aanname- is dat wat ik in haar gezicht zie, alleen maar puur en echt. Ze trek de scheefgezwommen zwembroek van haar zoontje recht en zegt tegen mij: “Blijf jij hier nog lang?” Ik schud mijn hoofd. Tot voor drie uur geleden leek het me, vanwege hun afgrijselijke kabaal, bijna zalig om morgen te vertrekken, nu spijt het me ineens. “Ach, het is hier prima vertoeven”, lacht ze. “Ook wel in mijn uppie.”

 

Foto: J.B. Smalbil. (C)

Dit bericht is geplaatst in Andere verhalen, Uitspraken met de tags , , , , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.