Mensenhandel en prostitutie, Marco en josé

HIJ.

Verdenking van mensenhandel, aanzetten tot prostitutie en verkrachting.

2006-2011. Ze leren elkaar kennen via een internetsite. De eerste afspraak is snel gemaakt.

Marco (geboren ’48) rijdt elk weekend van het zuiden naar het noorden des lands. Het begin van zijn relatie met nieuwe vriendin José is erg leuk.In 2007 gaan ze samenwonen. Al snel blijkt dat Marco in de slaapkamer van dwang houdt en niet te zuinig. En van attributen die in shops te koop zijn, waarmee je je partner behoorlijk kunt pijnigen en vernielen. Dit overkomt José tot bloedens toe. Een bezoek aan het ziekenhuis volgt.

Zwepen, electrische shocks, naalden, vuisten, piercings, klemmen, opblaasbare pluggs. Omdat er geld op tafel moet komen en Marco niet van uitkeringen houdt, mag (kleine correctie: móét) José de prostitutie in.
Ze ontvangt mannen thuis en later in een privéhuis. Alles wat Marco wil, gebeurt. Van het verdiende geld worden de vaste lasten betaald en ook de advertenties op internet ter promotie van José’s  “diensten”.
Marco wil vuur in zijn relatie.

Marco is impotent sinds ongeveer 2006. Wellicht – maar dit is suggestief- zoekt hij een andere manier van bevrediging.

In het begin van 2011 eindigt de relatie.
José versus Marco.

Marco staat bij zijn ex-vrouwen bekend als een dwingende, egoïstische man. Hij heeft vijf kinderen bij twee vrouwen maar die kinderen wil hij niet zien. Hij heeft daar geen behoefte aan en “ze doen hem niks”. De rechter probeert nog enigszins op Marco’s gemoed te werken door zijn kleinkinderen te noemen maar Marco herhaalt boos dat zijn nee een ‘nee’ is. Duidelijke taal in de zittingszaal.

In verklaringen van anderen staat dat “Marco een fantast is. Hij zou een jacht bezitten, paarden en een hoerenkast in Duitsland, hij verzint er maar wat op los”. Marco is ook snel boos.

Hij verdient zijn geld met klussen aan auto’s zegt hij, na de vraag van de rechter hoe hij toch aan zoveel geld kwam tijdens een grenscontrole waaruit bleek dat hij nog een boete had openstaan. Die boete betaalde hij met zichtbaar duizenden euro’s in zijn portemonnee.

“Klussen”, zegt Marco. Rechter :”En dat geeft u ook netjes op aan de belasting he?”

Jazeker. Marco is een keurige burger. Dat zijn toenmalige vriendin de prostitutie in wilde was toch haar zaak? “Moet zij toch weten, we hebben een vrije relatie, ik heb nooit iets gedaan tegen haar wil en bovendien, de SM-kant van de relatie kwam juist van haar kant”. Opnames laten zien dat José zichtbaar genietend en lachend klanten ontvangt. Uit die beelden blijkt niet dat ze gedwongen wordt. “Het plezier spat er van af”, zegt de raadsman van Marco.

Of is dit juist een farce, om repressailles van Marco te voorkomen? “Ik kan haar verklaring niet geloven”, zegt Marco.

ZIJ.

Jose wordt op 16 februari 2011 aangehouden voor winkeldiefstal en doet op het politiebureau ook meteen haar beklag over haar ex. Er zijn wapens in zijn huis, ze is jarenlang verkracht, uitgebuit, tot prostitutie gedwongen en mishandeld.
De dag daarop wordt Marco aangehouden.

Getuigen worden gehoord, er volgt een buurtonderzoek, beslag wordt gelegd en Marco’s financiën worden onder de loep genomen. Er zijn wel degelijk bij de bank stortingen gedaan met soms veel en soms weinig geld. Een collega-prostituee verklaart dat José het met haar, in de tijd van het privéhuis, nooit heeft gehad over dwang of verkrachting of anderszins abnormale zaken in haar relatie.

José vordert van Marco een bedrag aan smartengeld en ook het geld wat ze heeft verdiend en moest afstaan aan Marco. Dat is in totaal de som van een slordige 12.500 en 109.500 euro.

Zoon verklaart dat zijn moeder is veranderd, geestelijk en lichamelijk een wrak is. Zichzelf niet meer is.

“Maar dat kan ook héél goed de oorzaak zijn van haar torenhoge schuld van bijna 80.000 euro als gevolg van sociale dienst- fraude” , zegt de raadsman van Marco. ”Dit is een mooi bedrag voor mevrouw om deze schuld op deze manier in te lossen”.

José zit in de zittingszaal. Alleen. Met haar hand voor haar mond van verbazing.

De eis van justitie: niet ontvankelijk verklaren en vrijspraak wegen het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.

Uitspraak: Marco is vrijgesproken.

Geplaatst in Rechtbankverslagen, Uitspraken | Getagged , , , , , | Een reactie plaatsen

Abe

Maandag 31-10-2011.

Het is vrij laat om te beginnen en het wachten is even op de advocaat van de verdachte.
De bode maakt een geërgerde indruk maar zittingszaal 14 gaat open. Na het binnenroepen en na het karige publiek respectvol opstaan en zitten kan de zaak beginnen.
Drie rechters nemen plaats, een officier van Justitie en een griffier.
De voorzittende rechter is een grijs en wijs man, zo oogt hij. Vriendelijk, open en geduldig kijkt hij de zaal in.

Mijn plaats is naast een  schrijver en een rechtbankverslaggever en ik kijk de zaal rond. Ietwat opgelaten wacht ik af wie er vandaag verdachte is en vooral: waarvoor.

Hij wordt binnengebracht door twee mensen van de parketpolitie en zij nemen plaats. Omdat ‘hij’ een Libiër is en de Nederlandse taal niet machtig is, zit naast hem een tolk. Ik weet uit ervaring dat dit -door vertalingen- een lange zit gaat worden.

Ik noem hem Abe.

Abe is een klein van stuk. Maakt een vermoeide indruk en wrijft zich vaak langs zijn hoofd, alsof hij hoofdpijn heeft of zich erge zorgen maakt.

Abe kwam in 2004 naar Nederland en wil over de reden van zijn vlucht uit Libië niet praten, laat hij zijn tolk weten.
Vandaag zit hij in de rechtbank. Hem wordt verweten:  zware mishandeling. Twee keer binnen één week tijd.

Delfzijl,AZC.

De eerste poging op 22 Juli 2011 en de tweede poging op 25 Juli 2011. Hij krijgt ruzie met een op dezelfde unit woonachtige man. Een Chinees. De Chinese man had uit het niets geroepen: “Fuck je moeder”, en daardoor waren bij Abe onmiddellijk de stoppen doorgeslagen. Hij zou de Chinees vijftien keer hebben geslagen en wel van de trap af. Halverwege de trap komt de Chinese man tot stilstand en wordt onmiddellijk gegrepen door Abe, in een soort van houdgreep, die hem vervolgens mee de trap op sleurt waarna Abe de man met zijn hoofd tot twee keer toe tegen de balustrade slaat.
Dit wordt echter gezien door een medewerkster woonbegeleiding van het COA en zij waarschuwt vervolgens twee mannen die het tweetal uit elkaar haalt.
Dit is ook verklaard door één van de mannen. Abe wordt opgepakt en naar het politiebureau gebracht en wordt daar verhoord en drie dagen opgesloten en vervolgens overgebracht naar een psychiatrische inrichting.

Na onderzoek kan hij weer vertrekken en klopt bij het AZC in Delfzijl aan. Maar daar is hij niet meer welkom en dat vertelt de bewaker hem aldaar. Hij heeft immers een ondertekend papier gekregen waarop staat dat hij daar niet meer mag komen.
Abe zegt dat hij dat niet heeft, dat papier.
Abe krijgt ruzie met de bewaker en slaat hem in het gezicht en schopt zijn collega tegen het been omdat de bewakers niet naar zijn kamer willen gaan om Abe’s persoonlijke spullen te halen. Hij slaat één bewaker op zijn oog. Het oogwit is rood en zijn ooglid later blauw.

Dit alles gebeurt in Abe’s proeftijd want hij heeft al een paar mishandelingen staan.
De Officier van Justitie eist dan ook onmiddellijk het bedrag van 250,- euro die samenhangt met zijn proeftijd.
Maar Abe heeft geen geld en wrijft zich over het hoofd. Zijn tolk, die hem geduldig aan blijft kijken en Abe maant de rechter aan te kijken als hij antwoordt, blijft uitermate goed zijn best doen om Abe aan het praten te krijgen.
Abe’s verblijfsvergunning is reeds twee keer geweigerd.

De rechter vraagt en herhaalt en vraagt en herhaalt en praat langzaam om de tolk goed te kunnen laten vertalen. De bewaker wil een excuus, de Chinese man wil smartengeld,280,-euro.
Abe wordt overgeplaatst naar de penintiare inrichting in Maastricht en eindigt daar, na een kopstoot uitgedeeld te hebben bij een andere bezoeker, in de isoleercel.

Hij wordt psychiatrisch onderzocht.

Abe vertoont volgens psychiater één een psychotisch beeld en krijgt onder dwang medicatie, ook nu nog.
Hij wordt nogmaals onderzocht door een andere psychiater en die vindt niet dat Abe hallincunaties of wanen heeft, wel een aanwijzing voor verslavingsproblematiek maar hiervan is geen rapport.
De Officier van Justitie wilde graag een rapport van de reclassering maar deze is door ziekte bij de reclassering niet ingevuld. Wat haar bevreemd is dat Abe bij de politie alles in het Nederlands heeft verklaard en nu een tolk nodig heeft. Wat we vervolgens mogen vergeten.
Ze eist 8 maanden gevangenisstraf met één maand voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaar.
De 280,- euro voor de Chinese man vindt ze een reëel bedrag aan schadevergoeding. Abe heeft in Amsterdam immers al een veroordeling gehad. Dit ziet er voor Abe niet goed uit. Zijn raadsman pakt na wat slordig gerommel wat papieren uit zijn tas en begint aan Abe’s verdediging.

Abe heeft de Chinees niet geslagen en ook niet met zijn hoofd tegen de balustrade gegooid. Hij vond wel dat de vis die de Chinese man kookte, stonk en toen de Chinees hem daarop aanviel, was het pure verdediging geweest. Abe handelde uit noodweer. De tolk vertaalt en Abe knikt.

Ook had hij de politieagent niet geslagen, zij hadden hém juist geslagen en ook de bewakers. Zij hadden hem geslagen, in plaats van andersom. De tolk vertaalt en Abe knikt. Ja,het was andersom geweest.
Abe kijkt niet naar de rechters, niet naar de officier van justitie en niet naar zijn tolk, die hem elke seconde aankijkt als hij hem iets vraagt. Hij buigt wat voorover en wrijft over zijn hoofd.

Volgens de raadsman was er geen sprake van opzet in het toebrengen van letsel, er was geen vooropgezet plan en Abe handelde uit noodweer en daarom vraagt hij om onmiddellijke invrijheidsstelling van Abe en een halvering van de geëiste straf.
Na een kort beraad wordt de onmiddellijke invrijheidsstelling afgewezen. Abe mag nog iets zeggen van de rechter maar dat wil hij niet laat hij via zijn tolk weten.
Of Abe ook bij de uitspraak wil zijn, vraagt de rechter geduldig,maar ook dat wil hij niet. Zijn tolk zegt wat schamper dat Abe zijn raadsman wel belt.

Uitspraak op 14 November.

Uitspraak: Abe krijgt conform de eis 8 maanden gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar. Ook moet wordt de schadevergoedingsmaatregel toegepast: hij moet betalen aan de Chinees; 250, 00 euro.

Geplaatst in Rechtbankverslagen, Uitspraken | Getagged , , , , , , , , , , , , | Een reactie plaatsen

Everything must change

Maandagmorgen 5 September 2011, 07.00 uur.

 

Vandaag sta ik op met de jongste zoon. Hij fietst vanaf nu alleen, zonder zijn broer naar school.
Rugzak op, broodjes mee en fruit en iets te drinken. Keurig gekleed is hij klaar voor school.
Rond tien over acht zwaai ik hem uit en het gaat bij mij nét goed met de tranen. Hij is immers al groot en kan alles best al zelf. Wat denk ik nou…

 

10.00uur.
De middelste zoon komt in de kamer. Gedoucht en wel. Het haar zoals altijd: een enorme bos vol krullen (met wax natuurlijk), en heerlijk geurend naar chocolade-deo want meneer gaat zijn boeken halen om één uur. Hij heeft er zin in. Best spannend allemaal.
Ook in het nieuw zet hij zijn fiets alvast buiten. Ik kijk hem lang aan. Die verwachtingsvolle ogen van hem en de blijdschap waarmee hij deze dag instapt maken me gelukkig.

 

11.00 uur.
Dochter komt met een slaperig koppie beneden. Ze smeert een broodje en maakt zich op voor de dag. Om één uur moet ook zíj haar boeken halen.
Een tweede keer overdoen dit jaar. Met haar hoofd omhoog, dat wel.  Zo is ze. Ze laat het er niet bij zitten en ze weet al bij wie ze in de klas komt. Dat lijkt best leuk te worden. Ze gaat ervoor dit jaar.
Met haar nieuwe spijkerbroek en leuke blouse en haar wilde koppie haar, pakt ze haar tas voor de middag. Alles moet passen: make-up en lipgloss, bijpassende riem, het komt echt heel precies. Des te zekerder gekleed, des te zekerder stapt ze op school af.  Niks geen nederlaag, ze heeft keihard gevochten en ze doet het dit jaar gewoon opnieuw, zo is haar houding.
Ze is in mijn ogen een winnaar…

 

Inmiddels is er een vriendje van middelste zoon gekomen, die samen met hem naar school fiets.
Het is ineens een chaos qua komen en gaan van vrienden en vriendinnen want de tijd vordert.
Om half één is het huis leeg.

 

Verdwaasd kijk ik wat om me heen. Ik kan een boodschap doen, het huis nalopen en mooi maken maar in plaats daarvan huil ik ineens.
Na 6 volle weken dag en nacht samen zijn, zijn ze allemaal op weg naar hun scholen.
Boeken halen, roosters en kennismaken met de mentor. Het hoort er allemaal bij.
Van pure verveling ga ik naar de winkel. Ik ga iets heel lekkers koken vanavond. Ja dat doe ik. Uitgebreid ná-tafelen met mijn kuikens. Gezellig.

Om twee uur is de oudste terug en vliegt vrijwel direct naar de boekenwinkel voor nog wat schriften want oh, het wiskundeblok…
Ondertussen komt de middelste met zijn loodzware tas terug en gaat nog even voetballen met zijn maatje.  “Doe maar joh”, zeg ik en denk daarbij: “Nu het nog kan, je zult bergen huiswerk krijgen. Speel nog maar fijn”.
Hij was nog even langs zijn oude school gefietst om zijn broertje een knuffel te geven. “Hij was zonder mij zo alleen op school”, zegt hij…
Zo aandoenlijk!
Ze zijn altijd samen. Waar de één is, is de ander.

 

De jongste komt om half vier thuis en natuurlijk stond ik al voor het huis in de verte te kijken. Eenmaal in mijn zicht sloop ik snel in huis want een moeder die je gaat opwachten?? Dat is niet cool.
Er komt nog een vriendje spelen en s’avonds na het eten wordt er gevist voor het huis.
En dan de boeken kaften. Daarmee help ik de twee oudsten en alles is laat af maar mooi geworden.
Nog iets drinken en dan naar bed voor hun. Morgen begint voor allemaal de school-reis.

De jongste alleen.
De middelste voor het eerst.
De oudste met opgeheven hoofd.

Mijn drie musketiers…
Alle drie op hun eigen wijze. Voor de eerste keer alleen of voor de eerste keer naar de middelbare, of voor de eerste keer een tweede keer.

Voor hun begint de reis, voor mij ook.
De reis van het loslaten begint wederom. Hoe ik ze vandaag ook kus, hoe graag ik ook wil vasthouden aan dat moment van ‘klein zijn’.
De reis begint. Die trein kan ik niet stoppen.
En wéér begint ie te vroeg, wéér gaat ie te snel en wéér kan ik er niet aan wennen.

Nee, ik heb niet mijn dag vandaag…

Geplaatst in Andere verhalen | Getagged , , , , , , , , , , , , | Een reactie plaatsen

Ontmoetingen in het centrum

Gehaast deed ik nog een boodschapje bij de Hema. Het was immers al kwart voor 12 en de jongens haal ik dan om kwart over 12 op van school. Zie ik in de verte, zo op het plein bij de Hema een vrouw lopen waarvan ik twijfelde of ze het wel was. jawel, ze had me al herkend….
Ik noem haar “Guusje”(zij weet wel dat dit over haar gaat). Waarvan ken ik haar….Van de middelbare school. Ik weet nog dat ze liedjes zong op het schoolplein, “Torn between two lovers”, is daarvan degene die ik me direct herinner.

Ze is zo’n 2 jaar ouder dan ik en ze is lief, een doorzetter en zorgzaam. Op school hadden we eigenlijk nooit veel contact, ieder had zo zijn eigen vriendengroepje. Ik denk dat het wel zo’n 15 jaren later was dat ik haar bij toeval (toeval bestaat niet) in de Albert Heijn trof, bij de baby-hapjes en de luiers. Inderdaad: gesprek.

We hadden allebei een dochter gekregen en via een keizersnede, iets wat vrouwen die een keizersnede hebben gehad alleen maar begrijpen.
Voor ik het wist zag ik ontroering bij haar en zij bij mij… De openheid in de Albert Heijn zorgde dat we telefoonnummers uitwisselden en er is ook een tijd een leuk contact geweest. Wat bellen, wat emailen, MSN en ineens vervliegt dat contact enigzins. Jammer maar door drukte en door allerlei andere zaken, verlies je elkaar uit het oog, al kan ik ‘r als ik wil wel even aanschieten, meestal ontbreekt de tijd daarvoor.

Uit het oog,ja maar niet uit het hart.
Ik ga scheiden, 5 jaren zorg ik alleen voor de kinderen en wat gaat dat me goed af. Af en toe wil ik haar bellen om te kletsen maar ik durf niet zo goed meer, we hebben elkaar al zo lang niet gesproken, ze zal wel vreemd opkijken dat ik haar juist bel. Dus doe ik dat niet.

Zwemlessen volgden met de kinderen, inmiddels had ik er 3 en zij 2 en af en toe zagen we elkaar bij het zwembad. Altijd gehaast maar altijd een knipoog van : het zit wel goed. Onder het afscheid nemen joelden we dan : “Tot gauw, we bellen!” en verdwenen we weer in ons leven, in ons gezin en in de drukte die daarbij hoort. Alles gaat zijn gangetje.

Hyves volgt. Vrijwel de eerste die ik uitnodig is Guusje. Ik lees haar blogjes met plezier en merk dat ook haar leven door zorg om haar kinderen is bepaald, ook medisch gezien. Durf ik haar bellen? Een steuntje geven?
Luisteren naar haar? Ach,wat wil ik toch. Ze heeft een man, vrienden, wie ben ik…De vrouw van vroeger en van school en van de zwemlessen…de vrouw die gescheiden is, waarvan ze maar zo weing weet eigenlijk. Dus ook DAT doe ik niet, maar volg wel haar verhalen en heb ontzag voor de manier waarop ze er met z’n allen in dat gezin bovenop krabbelen.

Vorige week zag ik haar nog vluchtig, zij zag mij niet. Onmiddellijk denk ik dan dat ik haar moet gaan bellen maar voor je het weet gaat er weer een week voorbij. Tot de ontmoeting van vanmorgen 10 voor 12,tussen Marskramer en hoe-heet-die-winkel-ook, in dat gangetje.

Ach Guusje…Ik wilde dr wel knuffelen maar ook dat deed ik niet. Blij dat ik haar zag en natuurlijk kletsten we weer honderduit en wat baalde ik dat het tijd was om de kids te halen. Eigenlijk wilde ik haar wel in de arm pakken en zeggen: “Kom, koffie bij de Hema en we gaan een hele week praten”.

Ze controleerde mijn telefoonnummers en zou me bellen zei ze. En doet ze dat niet door drukte dan bel ik háár. Ik doe dat écht, ze is te waardevol en té bijzonder om gewoon af en toe te spreken.

Waarom toeval niet bestaat? Omdat er een reden is, dat soms iets gebeurt, soms mensen op je pad komen en nooit echt verdwijnen. Daar is een reden voor….

Geplaatst in Andere verhalen | Getagged , , , , , , , | 1 reactie

Dochter

Gisteravond heb ik zoals zo vaak naar haar gekeken, toen ze sliep.

Ik schuifelde haar kamer binnen en keek naar haar rust en vooral onrust want o, het is een woelwatertje.

Haar dekbed ‘all over the place’ en vooral veel bewegen en met name uit bed vallen.

Dat bewegen deed ze ook altijd veel in mijn buik en dat doet ze nu nog.

Overdag loopt ze lenig en met een sierlijke houding, licht heupwiegend en haar haar “cool” achterover zwiepend, voorbij. Mijn grote dochter. Elf en al zó wijs. Elf en al naar het voortgezet onderwijs. Elf en nog zo kinds…

 

Haar nieuwe schooltas staat klaar om te worden ingepakt. Haar agenda staat bol van plaatjes en stickers. Haar R&B-muziek galmt door haar kamer. Haar vlechtjes zijn er uit. Ze wil naar school zoals ze ook is, zegt ze. Kaftpapier heeft ze uitgezocht, naamlabels, ze kan niet wachten tot ze klaar is voor de grote wereld. Boeken, leraren, leraressen, roosters etc. Vrijdag mag ze gaan kennismaken en het allemaal gaan ontdekken.
“Laat maar een beetje los”,  zegt mijn hoofd maar mijn hart zegt iets heel anders.
Het gaat er vanaf nu heel anders uitzien. Niet minder maar anders. Ze zal misschien lid worden van toneelgroep op school of van de huiswerkclub. Ze zal af en toe later thuiskomen en een sleutel nodig hebben op sommige dagen wanneer ik wat later ben om de jongens van de basisschool te halen. Ze zal bergen huiswerk krijgen en moeten leren. Elke dag weer.

Een bosatlas heb ik haar gehaald. Ze bladerde er door en zei toen: “Hee mam, ik kan nu overal naartoe waar ik maar wil, ik prik een land en ik kan er naar toe in gedachten.”

 

Die avond schreef ik in dat boek de tekst:
“Ga op weg, vind je spoor, ga de hele wereld door, want dan kom je mensen tegen en ontdek je nieuwe wegen. Ga op weg, lieve meid, en gá ervoor.”
Natuurlijk wordt het leuk en natuurlijk is het allemaal spannend en nieuw en laten we welzijn: de illusie van een dochter die niks uitvreet op school heb ik niet, want ze lijkt wel erg veel op mij wat dat betreft, en toch….
Gisteravond keek ik en luisterde naar haar ademhaling en dacht ineens weer aan de tijd dat ze als baby in mijn armen lag. Aan de borst dronk alsof ze nog nooit iets gedronken had en haar haartjes zo zacht waren als was het dons. Haar vingers zo lang en slank en dat lieve neusje met die kleine witte puntjes er op, haar mondje zo groot als een kersje en haar lichaampje, zo klein dat het exact in de holte van mijn arm paste.

Mijn dochter, mijn lieve meissie, mijn wijsneusje en mijn vrolijke noot. Mijn kleine, grote meid met een doorzettingsvermogen waar een ander afhaakt. Een ruggegraat waar je van achterover valt en het vermogen om na de hoeveelheid die we samen hebben meegemaakt altijd positief in het leven te staan.
Mijn lieve schat, bijna net zo groot als ik. Zo groot, dat ze het allemaal wel weet maar vervolgens tegen me aan kruipt op de bank.

 

Trots ben ik en weemoed draag ik.  Ze zal het allemaal gaan doen en beleven.

Ik sta langs de zijlijn om steeds meer los te laten en bij te sturen.
Te troosten als haar eerste schoolbal helemaal niks voorstelt en haar eerste verliefdheid een kaartenhuis blijkt….

Geplaatst in Andere verhalen | Getagged , , , , , , | 1 reactie