De verdwijning van Ilham Benchelh

Bewijzen.

Bewijzen zijn belangrijk. Overal en altijd. Zwart op wit of via getuigen of voorwerpen, DNA. Bewijzen in het strafrecht tellen. Zij zijn voor een juiste beoordeling van een strafbaar feit met een daarbij passende straf noodzakelijk. Je moet er niet aan denken dat iemand zonder wettige en overtuigende bewijzen onschuldig achter de tralies komt te zitten.
Wat gebeurt er als er niet voldoende bewijzen zijn maar sterke vermoedens? Dat één plus één zo duidelijk twee is, dat het niet anders kan dan dat de verdachte ‘het moet hebben gedaan’. Wat dan? Een rechter moet overtuigd zijn van de schuld van de verdachte. Al is die verdachte niet zonder reden verdacht en gedraagt hij zich vreemd of opmerkelijk.

Ilham Benchelh verdween uit Siddeburen. Zomaar. Op zondagavond 10 januari 2010. De echtgenoot heeft haar niet zien weggaan, hij hoorde een deur en sindsdien heeft hij, zomaar, niets meer van haar vernomen. Vreemd. Zij liet een klein kindje achter. Nam geen geld op. Haar pas lag thuis.
Zij wilde scheiden van de man die eerst gewoon Kasper heette en zich tot de Islam heeft bekeerd en sindsdien als Kasem door het leven gaat. De ruzies en moeilijkheden in hun huwelijk stapelden zich op. De situatie werd voor Ilham onhoudbaar. Vriendinnen waren op de hoogte en ook haar, in Marokko woonachtige, moeder. Ze was al een aantal dagen in Duitsland geweest met haar kindje. Bij een vriendin. Toch was ze teruggekomen. Om de scheiding definitief te regelen. Een afspraak stond bij een advocaat en uitgerekend die dag.. verdween Ilham.

De echtgenoot werd opgepakt omdat hij zich uitermate vreemd gedroeg. De overbezorgde man belde in de weken die volgden maar liefst vijf hele keren met de politie.

Hij zorgde voor de verdwijning van een matras. In Appingedam loosde hij in een gemeentevuilnisbak wat lakens. Ze waren gewassen maar onderzoek wees uit dat er bloedsporen op zaten. Waarom reed hij maar liefst 15 kilometer naar een vuilnisemmer? Of was dat juist de opzet? De dag na haar verdwijning werd op internet een nieuw matras besteld voor een bed in de logeerkamer waar Kasem niet op sliep. Vanwaar die haast? Hij sliep er immers niet. En mijns inziens heb je de dag na de ‘vermissing’ van je vrouw iets heel anders aan je hoofd dan een matras. In de slaapkamer werd bloed aangetroffen door middel van Luminolspray. Waar was het kussen uit de sloop en waarom lag er een klein kussentje in?

In een vuilnisemmertje in de badkamer werd een volledig afgeknipte paardenstaart van Ilham gevonden. De kapster die zuinig op haar haren was. De avond voor haar verdwijning was ze op Skype geweest met wat vriendinnen om vervoer te regelen naar de advocaat de volgende dag. Ilham had toen nog haar lange haar en droeg een pyjama omdat ze zo naar bed wilde. Dat konden de vriendinnen via de webcam zien.

Kasem, -die toen hij nog Kasper heette, vier jaar heeft vastgezeten vanwege twee brute bankovervallen- ,zegt in een verhoor dat hij haar heeft horen weggaan om negen uur in de avond. Wat blijkt: Om half tien heeft Ilham nog gesproken met haar moeder in Marokko voor de webcam en daarna nog met twee vriendinnen. Daar zit een verschil in van bijna een uur. De tijd die Kasem aangeeft klopt niet.

Op internet is gezocht naar een ticket naar Marokko voor twee personen. Was Ilham dat? In nood? Wilde ze vluchten? Kwam Kasem achter haar plannen?

Bij verhoren haalt Kasem zijn schouders op. Hij heeft niets gedaan. Hij komt zelf met het voorstel zijn telefoon te laten nagaan. Geen zendmast die een signaal oppakt elders. Hij lag dus gewoon thuis. Hoe doordacht. Of wás Kasem gewoon thuis? De Kasem die graag naar Dexter keek. De serie waarin een seriemoordenaar zijn slachtoffers in afgemeten stukken snijdt en dumpt? Waar is Ilham?

Nu wil het bizarre toeval dat er in de woning is gevonden: een papier met daarop de maten van Ilham en haar gewicht. Met getallen langs een lijn. In zessen verdeeld. Was Kasem van plan een puzzel te maken van haar lichaam? En ook: een bon van de twee rollen huisvuilniszakken die hij kocht de dag van de verdwijning. De kassamedewerker weet zich te herinneren dat Kasem zeer zenuwachtig gedrag vertoonde. Van één rol misten er twaalf zakken. Ook belde hij in het weekend met de boekhouder om te vragen of haar belastingteruggave op zijn rekening gestort kon worden. Doordacht? Doortrapt? Aan het opruimen? Regelen?
Meer bewijs nodig? Het antwoord is: Ja. Ilham mist nog. Haar lichaam mist. En daarmee sluit het bewijs zich niet. Kasem zegt niets. Bekent niets. Alle neuzen wijzen richting haar liefhebbende echtgenoot die vervolgens zijn leventje weer heeft opgepakt en doet alsof zijn neus bloedt.

In het kort:
Het matras waar Ilham op sliep in de logeerkamer mist. De bebloede lakens zijn gevonden in een vuilniscontainer 15 kilometer verderop. Een nieuw matras wordt binnen 24 uur besteld. Een kussen mist. Haar haren zijn afgeknipt. Haar maten staan op papier. Vuilniszakken zijn in gros gekocht. De bloederige serie Dexter is nogmaals bekeken. De verdachte belt ‘maar’ vijf keer met politie in de eerste weken.

Ilham is weggelopen van huis zonder pasje, geen geld of paspoort op zak. In de sneeuw met min 10 graden, zonder paardenstaart? De avond voor de scheiding zou worden aangevraagd? En dan zonder haar kindje?
Geen twijfel mogelijk: nee.

Met dank aan de uitzending van Peter R. de Vries. Dit kan niet genoeg herhaald worden.

Geplaatst in Andere verhalen, Misdaadverhalen, Rechtbankverslagen | Getagged , , , , | 3 reacties

Verkeersongeval met lichamelijk letsel

 

Een ongeluk zit in een klein hoekje, zegt men. Dat overkomt mevrouw Baars (65 jaar) uit Haren.

Mevrouw rijdt met haar auto vanuit de Vondellaan richting de Korte Dreef aldaar om een boodschapje te doen voor haar ernstig zieke man thuis. Zij wil linksaf slaan. Plots hoort ze een enorme knal. Ze schrikt zich wezenloos en stapt snel haar auto uit. Op de grond ligt mevrouw Bos. Behoorlijk gewond. Haar fiets ligt met nog draaiende wielen verbogen op het wegdek.

Mevrouw Baars helpt totaal overstuur haar slachtoffer en getuigen bellen politie. Een ambulance brengt het slachtoffer naar het ziekenhuis. Er volgt een verkeersongeval-analyse om exact vast te stellen hoe dit heeft kunnen gebeuren. De weersomstandigheden zijn gunstig, het is droog, geen mist of gladheid. Er is goed zicht. Een getuige verklaart dat ‘mevrouw Baars wel heel erg ver naar rechts reeds alvorens zij de bocht naar links nam’. De fietser zou zijn geraakt aan de rechterkant van de auto.

Mevrouw Baars is, logisch, erg geschrokken. Ze kent haar plek en biedt het slachtoffer in het ziekenhuis een boeket bloemen aan. Ze belt de dochter op van het slachtoffer en wil graag haar welgemeende excuses aanbieden en zeggen dat het haar spijt. Slachtoffer Bos wil daar niets van weten. Temeer omdat ze onder het mes moet om de extreem beschadigde huid van haar arm te herstellen. Haar pezen in haar armen zijn gescheurd en haar vingers uit de kom. Haar arm wordt hersteld met huid van haar been. Het herstel van mevrouw Bos zal maanden duren.
Contact met mevrouw Bos is niet mogelijk. Wel met haar dochter. Mevrouw Baars belt ook regelmatig met haar op om naar het slachtoffer van het door haar veroorzaakte ongeluk te vragen. Het slachtoffer blijft bij haar verklaring dat ze bovenop de motorkap is geknald en dat ze de veroorzaakster niet wil zien. Ze dient daarentegen geen schadevergoeding in.

De kruising Vondellaan- Korte Dreef, daar is iets mee.
Daar zit een hele rare bocht in. Wil je naar links, dan moet je de bocht eerst heel ruim nemen naar rechts en dan schuin naar links. Niet teveel naar rechts want dan raak je een lantaarnpaal, het komt op de meter nauwkeurig.

Aan de rechters verklaart mevrouw Baars: ”Ik ben daar bekend. Ik rij er vaak. Mevrouw Bos reed op de fiets in –wat je noemt- mijn dode hoek”.

Haar wordt verweten: verkeersonveilig gedrag. En dat is een misdrijf.
Officier: ”Ook al is het een bocht met een vreemde stijl, mevrouw is onvoorzichtig geweest. Al reed ze met een geringe snelheid. Ik eis dan ook een werkstraf van 60 uren en een rijontzegging van een half jaar”.

Mevrouw Baars heeft haar laatste woord in de rechtbank. Haar zieke man zit achter haar.

“Ik heb dit niet expres gedaan. Mijn man is zeer ziek. Hij moet naar het UMCG voor bestralingen en een nieuwe chemokuur, ik kan de auto niet missen. Ik wil die werkstraf wel doen. Graag zelfs. Ik heb contact gezocht met het slachtoffer en heb begrip voor haar ontwijken maar neemt u mijn mijn rijbewijs niet in. Niet zolang ik mijn man nog kan opzoeken in het ziekenhuis”…..

Laat de rechter goed wikken en wegen.

65 jaar, 60 uren werkstraf en het rijbewijs inleveren. Laten we hopen dat de taxi op tijd komt…

Ik wens u een goed weekend en mocht u op pad gaan: rij voorzichtig!

Uitspraak volgt in deze zaak over twee weken.

.

De uitspraak: 40 juur werkstraf. Haar rijbewijs hoeft ze niet inleveren.

Geplaatst in Rechtbankverslagen, Uitspraken | Getagged , , , , | 4 reacties

“Agent zwaar mishandeld”…

De 23-jarige Phil, woonachtig in Rotterdam (thans verblijvende in de cel), loopt losjes de zittingszaal binnen. Zijn broek zakt bijna af want dat is in de mode.

Vier feiten mag hij gaan verklaren. Rijden zonder rijbewijs, alcohol achter het stuur, negeren van een stopteken en poging tot zware mishandeling van een agent.

Hij gaat op stap de 21e januari jl. in Groningen. Hij ontmoet wat ‘bekenden’ en een meisje dat hij wel wil thuisbrengen. Dat kan wel. De auto staat ergens geparkeerd. Ze zegt dat zij niet kan rijden. Nou, maar doet Phil dat toch?

De vroege ochtend nadert wanneer een dienstwagen van de politie rondrijdt. Onderweg zien ze een auto rijden zonder verlichting. Tegen het verkeer in. De blauwe lamp gaat aan. Of de bestuurder wil stoppen.
Dat wil Phil niet. Hij zet het op een scheuren richting de Walstraat en botst daar op een auto die vervolgens ook nog een andere auto raakt. Tegen een bloembak komt hij tot stilstand.
Nu moet hij uitstappen. Inmiddels is er versterking gekomen van een tweede politiewagen. Vier politieagenten stappen op hem af. Phil gaat alvast liggen om, zo zegt hij, zijn medewerking te verlenen. Hij weet dat hij geen kant meer op kan.

Hij wil weer gaan staan om het de agenten zo makkelijk mogelijk te maken. Eén agent ziet dat als een bedreiging en slaat Phil.

Geen rijbewijs. Dronken achter het stuur, een grote mond richting de politie en nog agressief ook. Op de grond dan maar. Op zijn buik. Op het moment dat één handboei worden omgeslagen geeft Phil aan dat deze veel te strak zit en vraagt of deze iets losser mag. Zo niet, dan weigert hij zijn linkerhand ook te geven.

Het loopt volgens alle vier de politieagenten uit de hand want ze houden Phil met moeite op de grond. Eén agent gaat bovenop hem zitten om Phil in toom te houden. Phil is kwaad en deelt een kopstoot uit…

Leest u dat laatste nog eens: Phil ligt op zijn buik, er zit een agent bovenop zijn rug, tegen zijn schouders aan met aan weerskanten zijn knieën en Phil deelt dan een kopstoot uit?

Twee maal wordt er gespoten met pepperspray in Phils gezicht. Eenmaal op het bureau weigert hij alle medewerking. Hij wil geen ademonderzoek laten doen omdat hij respectloos is behandeld. “Ik ben wel vaker geboeid. Ik wilde wel meewerken en dit is wat je dan krijgt”.

De geslagen (kopstoot) agent dient vanwege een losgeslagen kies een schadevergoeding in. 750 euro. Hij is zichzelf niet meer, ook niet op het werk. Hij heeft een erg kort lontje gekregen door dit incident.

Nu is Phil geen onbekende in het circuit en heeft hij geen -wat je noemt- warme band met politie en justitie. Zijn strafblad begint te rollen vanaf zijn 12e levensjaar op het moment dat hij in Nederland komt. Zijn ouders blijven op Aruba. Phil leeft op straat tussen schorem. Hij heeft al een aantal veroordelingen gehad voor vermogensdelicten. Mishandelingen staan daar tussen. Ook een zedendelict.
Hij is net een maand op vrije voeten en nog in zijn proeftijd. In tien jaar tijd is Phil drie jaren vrij geweest.

Rechter: “U bent niet veel buiten de cel geweest, in Nederland, is het wel?”
Phil: “Dat komt omdat iedereen tegen mij is en ik word afgeschilderd door mijn verleden. Maar politie liegt nooit, toch? Ik heb geen kopstoot uitgedeeld!”.

Zijn raadsman vult aan: “Ik zie geen bewijzen van tandartsen in mijn dossier, geen foto’s van blauwe plekken en geen schrammen van een gevecht met de betreffende politieagenten, niets is vastgelegd. En er is absoluut geen mogelijkheid dat een kopstoot wordt gegeven met een agent op je rug”.

Nu zal Phil echt niet zo’n lieverdje zijn. Maar waar zijn de voor justitie altijd zo belangrijke bewijzen nu? Hij zal dronken achter het stuur gezeten hebben, een rit door de stad hebben gemaakt zonder rijbewijs en zal daarvoor moeten boeten. Maar de ‘poging tot zware mishandeling van een agent’?

Zonder keiharde bewijzen voor het geweld eist de officier een celstraf van 6 maanden met aftrek van voorarrest. En de schade aan de agenten (die niet is bewezen) dient te worden vergoed.

Wellicht dat Phils broek daarvan zo afzakt.

De uitspraak: Phil krijgt 5 maanden gevangenisstraf. 10 maanden rijontzegging (en dat zonder rijbewijs- hij mag dus de komende 10 maanden zijn rijbewijs niet halen) en moet de schadevergoeding betalen.

Geplaatst in Rechtbankverslagen, Uitspraken | Getagged , , , , | Een reactie plaatsen

Paarse regen, de dood en zijn vrienden

Wanneer je geestelijk klaar bent met leven wil je misschien wel dood.

 

En dat mag je, doodgaan. Indien je ernstig ziek bent en er geen vooruitzicht is op verbetering maar verslechtering. Uitzichtloosheid moet er zijn.

Hoe gaat dat dan als je niet meer wílt leven. Je klaar bent voor diezelfde dood maar lichamelijk te gezond bent om te mogen gaan.
Wanneer is er sprake van uitzichtloosheid en wie bepaalt dat? Wanneer is er een ondraaglijk lijden in het hoofd en van wie mag je dan dood?

Het antwoordt luidt: Van niemand.

 

Omdat je door moet gaan met leven. Je hebt er immers dankbaar voor te zijn. Je bent ‘gezond’, je hebt nog zoveel redenen om door te gaan. Je mag mensen niet achterlaten met het idee dat je er flauw van bent. Dat is naar. Het leven is namelijk één groot feest. Ook als het voor jou voltooid is. Dan nog.

Een transparante zelfmoord van dichtbij doet menigeen er stil bij staan.
“Het zat er aan te komen”.
“Hier was het wachten op”.
“Ze is eindelijk waar ze wil zijn”.
“Nu heeft ze rust”.

En dáár zit ’m het cruciale punt: de rust. Die mag je niet zelf gaan invullen. Als je al niet gekozen hebt om geboren te worden mag je net zo min kiezen voor een dood. Dat maakt ‘men’ wel uit. Je kunt er niet omheen: je bent gevangene van je eigen leven. Je mag eenvoudigweg niet gaan. Niet als je niet ongeneeslijk ziek bent. Ook niet als je dat voor je gevoel in je hoofd bent. Er geen uitzicht meer is op beter leven.

Als je dus klaar bent met leven, geestelijk moe en óp bent, niet meer verder wilt en graag naar de andere kant wilt gaan nadat je maanden en misschien wel jaren je best hebt gedaan het zo netjes mogelijk vol te houden –dat leven- en je kaartje keurig vol te maken zoals het hoort, dan heb je na de pech dat je niet meer wilt ook de pech dat je het zelf moet doen. Niemand is bij je. Niemand helpt je naar de trein of neemt met je afscheid. Dat laatste randje mag je er alleen afscheuren. Zo fijn is het leven dan weer wel.

 

Dan sta je dus als 75-jarige bij de bouwmarkt touw te halen en rond te kijken naar een kruk of stoel om op te staan, die je nog kan wegtrappen ook op het laatste moment. Je mag dan in stilte je plan voorbereiden, afscheid nemen is er niet bij want diegenen die je als laatste wilt zien, laten je niet gaan. Je hebt dan wel een ‘niet –reanimeren- penning’ maar je wordt heus vervoerd naar het hospitaal waar vervolgens je dierbaren je boos aankijken nu je toch nog leeft. Wat dacht jij dan? Er zo maar tussenuit knijpen?

 

Dan mag je wel als moeder met een dood kind eenzaam in een hotel een beker vol pillen eten en je crematie op papier voorbereiden met muziek en al en hopen dat het lukt. Helemaal alleen. Niemand bij je. Geen laatste woordje, niets. Niks geen hand vasthouden of een aai over je haren en een geruststelling. Dan mag je als depressieve jonge vent van 19 jaar je motor aan de kant zetten en voor een vrachtauto springen, die zo ’n enorme snelheid heeft dat er alleen haren op de ruitenwissers zitten, de ledematen op de weg liggen en de tandarts je mag identificeren. Met alle trauma’s van dien voor welk gezinslid ook. Dan mag je als 83-jarige niet naar je man toe waarvan je weet dat hij in de hemel op je wacht en met wie je zoveel hebt te bespreken. Omdat je na 22 jaar weduwe -zijn het wel hebt gezien hier. Nee. Je zit het maar uit.
Je bent nog behandelbaar. Ook als je geen behandeling meer wilt. Of verpleging, verzorging. Zou je dan in Nederland op deze leeftijd nog voor de trein moeten springen ook? Is het echt zover gekomen?

Je mag er toch klaar mee zijn, of mag dat niet?
Gaat het niet om de kwaliteit verhogende manier van leven in ons leven? Mogen we niet meer niet-willen? Of is er zoveel hulp , psychiatrische bijstand en verzorging dat het ondankbaar is dit niet aan te grijpen. Als de depressie al in vol ornaat toeslaat en je nooit meer loslaat, je verlangt naar een dood of naar een leven ná de dood… Wie is dan uiteindelijk degene die bepaalt wat er met jouw leven gebeurt?
Dat ben jezelf niet meer. Dan leef je omdat het zo moet. Omdat het zo hoort.

 

Omdat zelfmoord iets naars is en iets griezeligs en iets erg verdrietigs. Je wordt er niet blij van. Het kost de nabestaanden maanden, jaren om dit verlies te verwerken en zoals het zo actueel klinkt: een plekje te geven.

Diezelfde plek, die je jezelf al zo lang niet meer wilt geven mag je niet leegmaken. Dat is niet netjes. De cirkel is pas rond als een pijnlijke, slopende dood zijn voltrekking heeft gedaan of wanneer er liefjes in een rouwadvertentie staat: Na een lang en arbeidzaam leven…Vooral lang. Hóé staat er vaak niet bij.Nee, je houdt er niet mee op. Dat doe je niet. Dat is niet netjes.
Daarom mogen artsen niets doen. Dat is ook niet netjes.
En een chauffeur die in zijn truck op weg naar huis wil, naar vrouw en kinderen, rijdt in het donker zomaar in volle vaart een jonge vent van 19 dood. Iemand pleegt zelfmoord en hij is de onschuldige die niet meer kan remmen. De zelfmoordenaar neemt ook een ander zijn leven. Zó moet het dan maar.

 

Dat is niet alleen niet netjes, dat is schandalig.

Geplaatst in Andere verhalen | Getagged , , , | 7 reacties

“Mijn vader is de vader van mijn baby”…


Verkracht worden is afschuwelijk. Als dat door een bekende gebeurt is dat niet te bevatten. Maar als dat 300 keer door je eigen vader gebeurt? Dat je van je bloedeigen vader een kind baart op 12 –jarige leeftijd?

Op 22 maart 2011 – tijdens een schoolreisje- baart Chelsea op het toilet onverwacht een in stuit liggende baby. Het bericht haalt alle kranten en tv-zenders. Zelfs internationaal blijft dit bericht niet onopgemerkt.
In het ziekenhuis wordt vastgesteld dat de baby voldragen is. Een zwangerschap van 38 tot 40 weken wordt bewezen. De baby is dus verwekt medio 2010. Chelsea is dan 11 jaar oud.
Seksueel binnendringen in het lichaam van een minderjarige, noemen ze dat netjes. Pure verkrachting is een passender term. DNA wijst uit dat de vader de verwekker is. Vader weet dat nog niet. U gelooft het niet: hij koopt babykleertjes omdat hij trots is dat hij opa is geworden.

Het verhaal. Chelsea wist ergens dat ze zwanger was. Vanaf juli 2010 werd ze na de zoveelste keer misbruik niet meer ongesteld.
Chelsea: “Papa was geschrokken toen zijn ‘witte spul’ in mij kwam”. Lees verder

Geplaatst in Rechtbankverslagen, Uitspraken | Getagged , , , , , , | 1 reactie

Sympathy for the devil

Hij is lang. Zwarte jas. Kort donkerblond haar. Beige broek en fijne schoenen. Een jongen die prima zou passen in een nette winkel of in de sales. Vlotte babbel, niet onaardig om te zien. Hij is 22 jaar.
Hij moet zich melden maar weet niet waar. Ik leg hem uit dat hij dat bij de portier kan doen. Iets zegt mij dat ik hem straks misschien wel zal ontmoeten in de meervoudige strafkamer.

Dat klopt. Hij heet Robin.

Maar liefst tien vette feiten liggen in dossiers op hem te wachten. Diefstal. Van oktober 2008 tot februari 2011 pleegde hij inbraken. Hij wordt er in elk geval van verdacht.

Hij wordt getipt door een man die hij ergens heeft leren kennen. Er schijnt overal geld te liggen als je de juiste plaatsen maar weet, zegt de onbekende man. In Groningen blijft het tot een poging tot inbraak en ook in Hoogezand.

In een seksclub in Wagenborgen breekt hij in. Een beeldscherm en een computer zijn de magere buit. Bellingwedde is de volgende stap. Een gemeentewerkplaats. Getipt door de anonieme man gaat hij te werk. Steelt een kluis van wel 100 kilo, vervoert hem met een steekkar die daar staat, opent die en gooit (buiten het geld) de inhoud in het water. Volgens het OM is er twee keer ingebroken. “Ik ben er maar één keer geweest”, zegt Robin.

Kapsalons in Borger en in Veendam zijn ook doelwit. De fooienpotten zijn weg. Er zijn bloedsporen gevonden. Deze wijzen naar Robin. Of hij in zijn oor geknipt is, vraagt de rechter. Hij ontkent.

In Winschoten steelt hij uitbeenmessen uit een slachthuis en verkoopt ze. Ook daar blijkt door een ingeslagen ruit bloed te zijn gevonden wat matcht met zijn DNA. Telkens als de rechter over de tipgever begint lijkt Robin ongemakkelijk. Er zijn bij het slachthuis immers drie verschillende schoenafdrukken gevonden. Hij heeft het helemaal alleen gedaan, zegt hij.

In Muntendam breekt hij in bij een bedrijf. Ook daar pakt hij de kluis. Veel goud deze keer. Dat goud ruilt hij in voor geld, de rest aan papieren gooit hij weg.

Dan hebben we nog de poging tot inbraak in een Primera in Marum en een inbraak in een Primera in Leek. Handpalmafdrukken wijzen naar die van Robin maar hij zegt dat hij overal wel eens komt dus dat hij best eens tegen een deur heeft gestaan misschien, dat maakt hem geen dief.

Bovenop dit alles ligt nog een vernieling van een auto.
Robin is uit Partyplace Rumours gezet en dat pikt hij niet. Agressief stapt hij op de auto van de eigenaar en begint er op te trappen. Getuigen zien een wilde blik. Hij maakt kauwbewegingen. Dat zou kunnen duiden op Xtc-gebruik.
Van drugs is geen sprake en van drank ook niet.

Hij heeft een vaste baan. Dat komt dan mooi uit want de schadevergoedingsmaatregel die wordt toegepast bedraagt 16.000 euro. De officier eist 12 maanden cel, vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Van de tien feiten bekent hij er vier. Welbespraakt doet hij zijn verslag.
Zijn vader werd werkloos door hartproblemen toen hij 16 was. Werken kon hij niet meer. Hij werd te zwak. Thuis was er vrijwel geen geld. Alle eindjes moesten aan elkaar worden geknoopt.
“Er waren zo lang ik mij kan herinneren altijd zorgen over geld”. Als jong ventje ving ik gesprekken op tussen mijn ouders en maakte een plan toen ik mijn vader hoorde zeggen dat hij zijn paard -zijn enige hobby- dan maar ging verkopen. Toen knapte er iets in mij. Dát heb ik willen voorkomen. Dat ze alles kwijtraakten. Ik heb alleen gestolen voor geld, alléén maar voor geld. Om mijn ouders te helpen. Iets extra’s te geven, boodschappen te kopen”.

Het rechtvaardigt helemaal niets maar ergens vind ik het begrijpelijk en te verklaren.

Op weg naar de uitgang vraagt hij mij waar ‘er hier een toilet is’. Ik wijs hem de weg. De jongen die het zo kwaad niet bedoelde maar uiteindelijk door té jong, teveel zorgen, het kwade werd.

Geplaatst in Rechtbankverslagen | Getagged , , , , | Een reactie plaatsen

Johnny B. en Johannes V.

Johnny B.
Hoogstwaarschijnlijk kent u hem van de berichten over de brandstichtingen die hij zou hebben gepleegd in en om het dorp ‘t Zandt in 2008. Van de 21 vermeende branden werden er drie bewezen verklaard. De ontkennende Johnny B. kreeg uiteindelijk 24 maanden waarvan 9 voorwaardelijk.

Hoger beroep volgde nooit tot ergernis van politie. Geruchten gingen rond dat er een soort van deal was gesloten: Johnny B. zou ‘t Zandt verlaten en elders opnieuw beginnen. Voor de rust van het dorpje. In april 2010 kwam Johnny vrij en vestigde zich elders in de provincie Groningen.

Vanaf 1 november 2010 ging het mis. Branden en inbraken. Holwierde, Spijk, Eenum. Als dit wederom de daden van Johnny zouden zijn dan kon hij dit nooit alleen gedaan hebben, was het argument van politie. Ze hadden hem op de korrel.

Samen met Johannes V. werd hij op tal van delictplaatsen gezien.
Johannes V. Zijn naam heeft u ook vast wel eens gelezen. In 2006 voor drie jaar veroordeeld voor poging doodslag op een agent en voor wapenbezit.

Politie mocht bijzondere opsporingsmethoden gebruiken. Er werden er in de auto’s van Johnny en Johannes peilbakens geplaatst en afluisterapparatuur. De jacht was geopend.

Branden in Steendam, Zeerijp, Ten Post, Loppersum en Garrelsweer volgden. Caravanbranden, stallingen, schuren en legio inbraken (met een rood breekijzer) en pogingen daartoe. Het observatieteam keek toe op het moment dat een brand werd gesticht en een persoon -die op Johnny leek- in zijn auto stapte. De man met een in een capuchon gehuld hoofd werd bestempeld als zijnde Johannes V.

Gevolgd werden de heren van en naar Spijk. Naar een benzinepomp. Bij een brand van een houten opbouw in Groningen.
Ook het internetverkeer van Johnny werd getapt. Telkens als er een brand was geweest volgde er in krap een uur later het bezoek aan 112- sites met de zoektermen: 112-Groningen, brand in Groningen etc.

Op 14 november 2011 werden de mannen aangehouden in het huis van Johannes waar ook meteen 300 hennepplanten werden aangetroffen. Als ratten in de val, dacht men.

De teller stond op 32 belastende feiten voor de heren B. en V. Meer dan tien ordners lagen achter en voor de rechters. Johnny en Johannes oogden ontspannen.

Johnny bekende twee inbraken en een openlijke geweldpleging (tegen een lantaarnpaal) maar geen van de branden. Johannes bekende de hennepteelt, de wapens en een inbraak. Brand? Waar?

De daverende PowerPointpresentatie van de officier van justitie liet op het grote scherm een perfect plaatje zien van de routes die de heren hadden gereden met daarbij de exacte tijden die het peilbaken aangaf en de tijden waarop de branden ontstonden. Bij de brand van een invalidenauto stond de officier even stil. Kort na de ontploffing van de auto werd er in de afgeluisterde gesprekken tussen Johnny en Johannes gezegd: “Hoorde je ’m?’ (suggestie: de knal). Een overval op een ouder echtpaar bespraken ze ook. “Opa en oma betalen”. Waterdicht en overtuigend klonk de officier. De eis voor Johnny luidde 7 jaar en voor Johannes 6 jaar.

De twee raadsmannen begonnen hun felle verdediging met onder andere:
“DNA is nooit gevonden. Een schoenafdruk is niet die van de schoen van Johannes. Vele malen worden er 2 personen gezien maar geen sluitend signalement.
Wordt hier dus alles maar in de schoen van mijn cliënt geschoven? Onder het mom ;hij zal het wel gedaan hebben?
En wanneer is er levensgevaar bij een caravanbrand in een weiland?
Nergens is een rood breekijzer gevonden. Iedereen kijkt toch op Groningen- sites? Dan heb je toch niet per definitie een brand gesticht?
Ik zou willen dat er nog eens heel goed naar de peilbakens werd gekeken want die zitten er ook wel eens naast.
Zitten er mensen maandenlang in een observatiewagen te wachten tot mijn cliënt verschijnt bij een brand en hij wordt dan niet terstond aangehouden? Heterdater kun je het niet krijgen!”

Inderdaad. Heterdater kon je het ook niet krijgen. Had Johnny het echt niet gedaan? Johannes ook niet? Sluitende bewijzen, dáár ging het om tot diep in de avond in een bijna lege rechtbank.

Toen ik na een 12 uur durende zittingsdag om tien uur in de auto het nieuws hoorde over de brand in Uithuizen bij een bouwmarkt, dacht ik: Eén ding weet ik zeker, Johnny heeft dít niet gedaan en Johannes ook niet.

*
De zaak wordt alsnog aangehouden tot 19 april.
De uitspraak zal zijn op 3 mei.

De uitspraak luidde als volgt: Johnny B. moet vijf jaar de cel in.
De eis was zeven jaar. Hoewel hij nooit op heterdaad betrapt is geweest.
De rechtbank achtte voldoende bewezen dat Johnny de dader is.
De rechtbank hield rekening met het feit dat Johnny B. tijdens zijn proeftijd in de fout is gegaan.

Geplaatst in Rechtbankverslagen, Uitspraken | Getagged , , , , | 1 reactie

Bonny, Clyde en… Chantal

Johnny, geboren op Curaçao, is 18. Door zijn moeder uit huis gezet omdat hij schulden maakte en haar uitkering in gevaar kwam. Johnny leert Mike kennen. Mike biedt hem een plaats aan in zijn huis. Mike is 26 jaar. Johnny kijkt naar Mike op. En dan hebben we Chantal. 20 jaar, een kennisje van Mike.

 

 

Chantal zit voor mij in de zittingszaal. Ze trilt ontzettend. Haar blonde krullen beven zodra de rechters beginnen met hun vragenvuur.

 

Op 15 oktober 2011 denderen twee mannen met een panty over het hoofd en een zwart-wit geblokt masker cafetaria Quick ’n Tasty binnen. Gewapend met een mes en een stroomstootwapen schreeuwen ze: “Waar is het geld!! Geef geld!!!”. De opbrengst bedraagt 672 euro.
Dit gaat gewoon té leuk.
Ze rennen naar Chantals huis om daar de buit te verdelen. Chantal ontvangt daarvan 100 euro. Ook omdat ze de wapens en maskers in haar huis verstopt houdt.

 

Er wordt een panty gevonden. Met bruikbaar DNA. Maar van wie?
Twee weken later (3 november) is cafetaria The Corner aan de beurt. Ze wilden eerst ‘New York Pizza’ doen maar het was er te druk.
Met stroomstootwapen, masker en panty op het hoofd, bedreigen ze de houder van de zaak. Chantal staat bij de deur op de uitkijk met een glimmend mes in haar hand en een bivakmuts over haar hoofd. Opnames laten haar zenuwachtigheid zien.
50 eurootjes krijgen ze mee. Dat valt vies tegen.

 

 

Cafetaria De Grote Beer is een dag later hun doelwit. Op het laatst haakt Mike af. Hij heeft hoofdpijn.
Het zwart- witte masker en de bivakmuts gaan op, de wapens mee. De medewerker van de snackbar denkt dat het een grap is maar na het knetteren van het stroomstootwapen geeft hij een bedrag van 167 euro af. Ook dat wordt verdeeld. Mike krijgt een paar euro want hij was er immers niet bij.

 

 

Chantal zegt dat ze samen met Johnny de overval heeft gepleegd. Johnny ontkent. Mike beroept zich op zijn zwijgrecht. Dat mag.

Politie vindt het opvallend dat bij deze drie overvallen steeds hetzelfde zwart-witte masker wordt gebruikt en plaatst de beveiligingsbeelden op You Tube. Johnny wordt herkent door medewerkers van jeugdgevangeins Het Poortje. De naam ‘Mike’ wordt genoemd en de heren worden in december gepakt. Het DNA op de panty is van Johnny. Chantal meldt zich een week later zelf.

 

 

Is Chantal bang? Voor Mike? Voor Johnny? Houdt ze één van beide de hand boven het hoofd?
Wanneer de rechter haar dat vraagt ontkent ze. Het vermoeden rijst of ze niet onder druk staat van beide heren. Is haar buiten het geld van de overvallen iets beloofd?
Chantal met haar trillende krullen mag in de zittingszaal nog als getuige haar verhaal doen. Ze wisselt als het ware van rol. In die hoedanigheid wijst ze Mike en Johnny aan als zijnde de hoofddaders.

Haar zaak wordt voor onbepaalde tijd aangehouden. Gedragsdeskundigen willen haar nog eens goed beoordelen. Er is iets wat Chantal niet vertelt of durft te vertellen. Bovendien is het zeer ongebruikelijk dat een zo jonge vrouw een overval pleegt/ medepleegt.

 

 

Johnny, die bij alle drie de overvallen aanwezig was krijgt een eis van zes jaren naar zijn hoofd geslingerd. Voor Mike goot de officieer er 3 jaar en vier maanden uit. Beide met aftrek van voorarrest.
Dit zijn niet mis te verstane overvallen die ernstige gevolgen hebben voor de medewerkers.

De heren worden door parketpolitie afgevoerd. Chantal ook. Mooi, blonde Chantal. Met haar lieve gezicht. Ik kijk naar haar terwijl ze wegloopt en denk: Wat is toch met jou gebeurd?

 

 

* De Uitspraak:
De twee mannen die eind vorig jaar een aantal brute overvallen pleegden op Groningse cafetaria ’s zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen van maximaal vier jaar.

De mannen van (Mike)18 en (Johnny)26 jaar zijn veroordeeld voor twee overvallen die zij gewapend en gemaskerd pleegden. De overval aan de Grote Beerstraat, bevatte volgens de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een veroordeling te komen.

De overvallen, die binnen een aantal weken tijd plaatsvonden, zorgden voor een gevoel van onveiligheid en onrust bij de slachtoffers. Johnny krijgt vier jaar cel te verhapstukken en Mike drie jaar en vier maanden.

*Chantal, die ook bij een aantal overvallen aanwezig was wordt psychisch onderzocht. Haar zaak is aangehouden voor onbepaalde tijd.

* Inmiddels is ook haar uitspraak geweest. Zij gaat ook de cel in.  Eén jaar. Met aftrek. Twee jaar werd geëist.

Geplaatst in Rechtbankverslagen, Uitspraken | Getagged , , , , , , | 1 reactie

“Nee papa, niet doen!!

“Wanneer werden uw dochters seksueel aantrekkelijk voor u?”, vraagt de rechter aan Jan.

De 45- jarige Jan huilt en snottert in zijn zakdoek.
In 2002 gaan zijn vrouw en hij uit elkaar. Jan blijft in het huis wonen, moeder vertrekt met haar drie kinderen. Twee meisjes en een zoon. Dan 12, 11 en 10 jaar oud. De kinderen komen om de week een weekend bij hem.

De meisjes gaan dan vaak met vader naar boven om op bed ‘de dag door te nemen’. Dat wil hij. De gordijnen gaan dicht en vader laat zich aftrekken door zijn dochtertjes. Ook moeten ze dingen met elkaar doen.
De jongste vindt hij het grappigst, zo verklaart hij in de rechtbank.

Wat begint met seksboekjes, eindigt in grove verkrachtingen. Bij beide dochters. Zoon moet beneden blijven en met zijn headset achter de pc blijven zitten. Dat papa de meisjes zijn zaakje laat doorslikken, klopt volgens Jan niet want hij ‘deed het altijd keurig in een zakdoekje of een t- shirt’. De zittingszaal valt stil.

Zoon komt in de loop der tijd niet meer. De oudste dochter wil ook niet meer na jaren vol van misbruik maar voelt zich verantwoordelijk voor haar zusje. Zij is dan al 14, haar zusje 13. Ze betrapt haar vader regelmatig bovenop haar zusje. Vertellen gaat niet, vadertje lief dreigt immers met het breken van al hun botten en zal daarna dan zelfmoord plegen.

De jongste dochter is het langst aan ‘de beurt’. “Ze danste sensueel voor mij, ze daagde me uit”, verklaart hij op het bureau. Hij is er van stellig overtuigd dat hij de dochters aandacht geeft door ze te betasten. Zegt dat hij ze tegemoet kwam in hun behoeften.

Het gebeurt ook met zijn dochter op een toilet in het UMCG en op een visweekend in een tentje. Hij wil ook een verkrachtingsscène naspelen en dan moeten de meisjes zich flink verzetten, want dat gaat in de film ook zo. Dat doen ze, zich verzetten. Met hand en tand. Niet nagespeeld maar helemaal echt.
De meiden komen daarna niet meer bij papa. Zoon ook niet meer. De maat is vol.

Op een verjaardag vertellen ze alles aan een tante. Op 24 mei 2011 komt er een melding binnen. Jan wordt opgepakt en zit sindsdien vast. Jan zegt: “Als ik niet was gepakt, was het gewoon doorgegaan”.

Reclassering is kritisch. TBS is besproken. Hij zou echter ook in een kliniek behandeld kunnen worden. Jan zegt huilend tegen de rechters: “Krijg je dan ook spuiten in je arm?”. Maakt zich druk om zijn eigen gesteldheid in de cel. En terecht.
In 2002 heeft hij ook meerdere malen met een ander meisje van 15 seks gehad, voor beltegoed. De vrouw van nu 25 jaar verklaart dat het zo’n twintig keer is gebeurd.

Jan heeft volgens het psychologisch rapport een gebrekkige zelfbeheersing, aanpassingsstoornissen, is situationeel pedofiel, valt op onrijpe meisjes. Dat hij een beneden gemiddeld IQ heeft is eigenlijk niet nodig om te vermelden.
Maar er is ook goed nieuws voor Jan want de kans op herhaling wordt ‘matig’ geacht…
De officier van justitie eist vijf jaar cel.

De oudste dochter vindt een lange gevangenisstraf voldoende, de jongste dochter zegt dat hij wat haar betreft mag wegrotten in zijn cel.

Het was een lange, in gedachten verzonken autorit naar huis deze maandag.

Uitspraak in deze zaak is op 2 april aanstaande.

2 april 2012 – geen uitspraak
De rechtbank heeft geen uitspraak gedaan. Er moet nader onderzoek worden gedaan naar de verdenking met betrekking tot de 15-jarige. De zaak wordt tot nader te bepalen datum voortgezet.

Geplaatst in Rechtbankverslagen, Uitspraken | Getagged , , , , , | Een reactie plaatsen

Haar beste nacht sinds jaren… Deel 1

Winter 2010.

 

Er stopte een grote, bruine jeep aan de waterkant voor het huis van Roos. Roos wachtte tot ze Anne zag uitstappen. Een autodeur zwaaide open. Eindelijk was ze er.
Het was duidelijk een urenlange rit geweest maar dat was niet de enige reden waarom de vermoeidheid op het gezicht van Anne te zien was. Zorgelijk liep ze op Roos af, die bij het tuinhek wachtte. Dichterbij gekomen viel Roos’ oog op een grote koffer en zag ze tranen langs Anne’s wangen. Ze strekte haar armen uit en greep haar vast. De sneeuw dwarrelde in grote vlokken op de grond. Dit werd een andere kerst. Ze hadden elkaar al zo lang niet gezien. Minutenlang stonden ze aan de zijkant van het huis. Snikkend van blijdschap en verdriet en van spanning. In het huis was het warm. Er werd eerst maar eens een fijn glas wijn geschonken. Samen dronken ze op verbetering, voorspoed en een toekomst zonder de hel waar Anne uit was gevlucht. Roos’ aanwijzingen klonken bijna als een bevel: zitten, een slok en praten. En vooral eten. Daar had het Anne aan ontbroken. De pan met soep stond te pruttelen op het fornuis. Stokbrood werd gebroken en tranen werden gedroogd. Roos keek goed naar haar vriendin die ze al meer dan 30 jaren kende. Haar gezichtsuitdrukking was vlak. Met het uiterlijk en het lijf van een mannequin was het nog steeds een plaatje om te zien. Vroeger maakte ze van een jutezak een modieus kledingstuk en studeerde aan de modeacademie. Hoe was het mogelijk: zelfs in de grootste ellende was ze tot in de puntjes gekleed.
Er was niets veranderd aan de gracieuze bewegingen, noch aan haar gulle lach. Haar rookgedrag was wel veranderd; ze stak de ene sigaret op met de andere. Ze maakte een gehaaste indruk. Tussen de huilbuien door zei Anne: ”Het is voorbij, ik heb mijzelf gered. Op de vlucht geslagen in een auto die niet van mij is. Ik moet opnieuw beginnen. Kan ik hier een tijdje blijven?”. Daar hoefde Roos niet over na te denken. De logeerkamer was klaar voor gebruik en Roos had haar kinderen al ingelicht dat tante Anne kwam en wellicht niet eerder weer vertrok voordat er een huis voor haar was gevonden. Roos’ kinderen wisten dat het altijd feest was wanneer er iemand kwam logeren. Er was eten en drinken in overvloed en niets was haar teveel om haar gasten op hun gemak te stellen met persoonlijke aandacht en het creëren van een warme sfeer.

Haar kinderen lagen laat in bed die avond. Anne’s kinderen sliepen bij opa en oma. De nacht naderde. De eerste nacht waarin ze geen reden had om bang te zijn en ze zich veilig kon voelen. Roos zag haar echter af en toe naar buiten kijken en dacht: “Ze is doodsbang”. Ze voelde zich ook wat onbehaaglijk. Het leek alsof er iemand langs het huis liep. Verbeelde ze zich dit? Opgeslokt door de beangstigende verhalen leek ze wel een puber die snel bang te krijgen was. Ze had hem altijd een engerd gevonden. Ze wuifde de gedachte weg.

Anne leek nog niet te beseffen dat het voorbij was. “Ik moet er aan wennen dat ik hier gewoon kan zitten zonder me af te vragen in welke bui hij terugkomt. Hoe onveilig hebben de kinderen zich gevoeld.” Ze praatte aan één stuk door over de man die de afgelopen twee jaren haar leven had bepaald. Over haar vertrek naar een verre provincie en haar veranderde levensstijl. Dat het een droom was wist Roos al toen ze opgelaten en onzeker haar handtekening zette als getuige voor het (binnen drie weken) geregelde huwelijk van haar vriendin. Ze wist hoe dit zou gaan eindigen maar hield wijselijk haar mond. Het zou niets hebben uitgehaald. Anne was dolgelukkig en alle denkbare clichés bleken ook haar lot. Ze was toen 42 jaar. Ze trouwde de man van haar dromen. Hij in een duur Armani-pak met een fortuin aan schoenen en zij in een jurkje die hij voor haar had uitgezocht op de markt. Tekenend voor wat de toekomst zou gaan brengen. Aan het einde van die trouwdag brandde Roos een kaarsje. Ze dacht er aan dat ze Anne niet kon laten vallen, ze wist zelf uit ervaring hoe desastreus zo’n mislukte actie met een waardeloze vent kon eindigen. En vooral hoe familie er op reageerde. Toen was Anne er voor haar. Altijd. Vriendinnen staan elkaar bij, altijd. Ook al was Roos erg boos geweest om de dingen die Anne deed, er was iets wat haar altijd klaar deed staan. Anne’s kinderen waren de reden. Zij waren beschadigd genoeg geweest.

Anne praatte voluit tijdens haar derde glas wijn en maakte plannen om haar oude werk weer op te pakken. Ze kon niet wachten op de ochtend, want dan kon ze gaan bellen. “ Zijn drugs- en drankprobleem mag hij houden,” zei ze opgelucht. “En ook de klappen”, voegde ze toe. Verwachtingen waren uitgekomen: geweld, drugs en bedrog. Roos verweet haar niets. Ze hoopte dat dit een les was. Wederom. Voor nu was ze veilig. Het werd laat die nacht. Anne begaf ze zich naar de logeerkamer, in onzekerheid over hoe lang ze hier zou moeten blijven. Roos bleef nog even in de kamer voordat ze naar boven liep. Ze vroeg zich af of de blunder van haar vriendin ook het adres wist waar ze nu was. Ze controleerde zenuwachtig of alle deuren goed waren afgesloten en liep naar boven. Ze keek bij haar kinderen en voorzichtig bij Anne. Zij sliep. Het was waarschijnlijk haar beste nacht sinds jaren.

In bed kon Roos de slaap niet vatten. Na een uur wakker liggen hoorde ze iets. Glasgerinkel? Een deur? Ze spitste haar oren en hoorde haar hart luid bonzen. In de straat hoorde ze een auto starten. Ze sprong van haar bed. Achter de gordijnen keek ze voorzichtig uit het raam. Een man zat achter het stuur van de Jeep waarin Anne was gekomen.

Wie was die man en van wie was die auto…

 

Klik hier voor het vervolg…

Geplaatst in Andere verhalen, Boekenweekproject 2012 | Getagged , , , , , , , , , , , , | 11 reacties